Ups en downs in Chili
Door: mariaonthemove
Blijf op de hoogte en volg Maria
03 Juni 2012 | Chili, San Pedro de Atacama
Ik zou zeggen pak er maar een kopje koffie bij want dit wordt een lange blog want ik heb veel te vertellen.
Chili is een land van extremen. Antarctica in het zuiden, het Andesgebergte in het Oosten, de zee in het westen en de woestijn in het noorden. Hierdoor heeft het een natuurlijke bescherming voor virussen en ziektes aldus een taxichauffeur waar ik altijd alle mogelijke info van krijg. Daarom mag je dus geen etenswaren vanuit andere landen meebrengen.
Aangekomen in Santiago de Chile haalt de Chileense vriend van Lucy ons op en brengt mij naar een hostal. In de grote stad overvalt me een weemoedig gevoel. De stad is zo smerig, zoveel mensen, aan het einde van de dag heb ik keelpijn van de smog die het uitzicht op de Andes verpest.
Ik ben opgelucht dat ik, na afscheid genomen te hebben van Lucy die Santiago wel 'amazing' vond, na twee dagen het vliegtuig kan pakken naar Paaseiland. Om de kosten te drukken heb ik een tent gehuurd op een camping waar ik een week ga bivakkeren.
Aangekomen op het vliegveld krijgt iedereen een warm polynesisch onthaal met bloemenkransen en een bloem voor achter het oor. Er waait een warme wind en ik ben blij dat ik mijn zomerkleren weer uit m'n tas kan schudden. Ik realiseer me dat ik op het meest geïsoleerde eiland ter wereld ben en dat voelt goed. Ik koop gelijk een ticket om de nationale parken te bezoeken.
Het vulkanische eiland is net zo groot als Texel en ik heb een week de tijd om het te ontdekken. Aangekomen bij de camping wordt me de tent aangewezen en ik dump m'n spullen pak een kaart van het eiland en begin gelijk naar de Moai (de beroemde beelden) te wandelen. Ik krijg gelijk 3 liften aangeboden van grote stoere mannen met veel Polynesische tatoeages en lange haren die ik allemaal afsla omdat ik de liftgebruiken hier nog niet ken. De mannelijke Rapa Nui (de inwoners, het eiland en de taal worden zo genoemd) zijn zeer geïnteresseerd in blonde vikinga's zoals ik vaak word genoemd en dat is goed te merken. Na een half uur stofhappen stap ik toch maar in bij een oud mannetje die ik makkelijk aan zal kunnen. Dit blijkt een goede keuze te zijn want deze man, die visser blijkt te zijn, weet alles van het eiland en brengt me naar een ahu (platform) met gevallen moai. Ik moet goed kijken voordat ik iets kan onderscheiden want het is één grote ruïne. Gelukkig legt de man uit dat hier vroeger mensen begraven werden en dat de moai's er op werden gezet als aandenken. Ik zie enorme brokstukken en bedenk me hoe gigantisch deze beelden eens waren. Ik ontmoet er een Nederlandse waar ik nog vaak mee afspreek deze week. De visser biedt aan om ons nog naar andere ruïnes te brengen omdat hij stenen gaat verzamelen op die plek. Dat aanbod nemen wij uiteraard aan.
Na deze dag ga ik tevreden terug naar mijn tentje. De camping is gelegen op een klif waar de golven tegen aan beuken en zodra ik terugkom zie ik de mooiste zonsondergang die ik ooit heb gezien. Helaas staar ik zo enthousiast in de knalrode bol dat ik nog uren lang rode bollen zie wanneer ik mijn ogen sluit. Zodra ik ga liggen op mijn dunne matrasje en niet zo frisse gehuurde slaapzak en de vulkanische rotsen door mijn matrasje voel prikken besef ik dat ik een grote fout heb gemaakt. Uiteindelijk val ik in slaap door het aangename geluid van het breken van de golven tegen de rotsen en de volgende dag scheur ik onmiddelijk naar de eigenaresse en zeg dat ik toch niet echt een kampeertype ben. Vooral niet als er ook gewoon bedden zijn die je kunt huren voor niet veel meer. Gelukkig kan ik ruilen en ik ben erg dankbaar.
Dan vertrek ik naar het eerste nationale park, een vulkaan, waar de moai's vroeger uit de rotsen gehakt werden. Het is helemaal aan de andere kant van het eiland dus ik besluit maar weer te gaan liften. Ik ga weer voor oud en vertrouwd en een uiterst schattig mannetje van een jaar of 75 verwelkomt me in zijn pick-up. Hij moest eigelijk naar de bank in het dorp maar hij kan me wel een eindje brengen. Ik besluit hem zo lang mogelijk aan de praat te houden zodat ik zover mogelijk kom. Dit werkt perfect alleen rijdt hij telkens bijna de berm in wanneer hij me aankijkt en wijs ik telkens licht nerveus naar objecten in de horizon en vraag om uitleg. Het is een half uurtje rijden en aan het einde van de rit ben ik weer veel meer wijzer en is de man zo blij dat hij me aanbiedt de volgende dag bij hem thuis te komen eten. Dit aanbod sla ik vriendelijk af en met een grote klapzoen op zijn wang neem ik afscheid waarna hij stralend weg rijdt.
Ik zie nog bijna niemand omdat de meeste mensen met een georganiseerde tour gaan en die zijn er nog niet. De mystieke beelden lijken me aan te staren vanaf de vulkaan, het is een mysterieus gezicht. Ik stel me voor aan de parkwachter (er staat op een bordje dat dat moet) en wandel het park in na een plechtige belofte niet van het pad af te wijken. Ik besluit linksaf de krater in te klimmen. In de krater is een meer en op de flanken een groep wilde paarden en heel veel Moai die de krater inkijken. Er is helemaal niemand. Ik ben al een paar bordjes gepasseerd waarop staat dat je niet verder mag maar ik ben zo gefascineerd dat ik echt niet kan stoppen. Ik weet dat ik de beelden niet aan mag raken dus dat doe ik niet. Wel loop ik er langs en tussendoor en kan mooie foto's maken. Ik ga tussen de moai zitten en bewonder de kudde paarden. De leider van de groep een prachtige bruine hengst galoppeerd keihard rond de krater, grote stofwolken achterlatend. Er hangt hier een speciale sfeer die niet in woorden is uit te drukken en deze nuchtere hollandse wordt er bijna zweverig van. Dan zie ik twee heftig fotograverende Japannertjes naderen. Dat is jammer maar ik maak er gebruik van door ze foto's van me te laten maken. Ik loop weer verder voor meer privacy en ga weer zitten dagdromen. Opeens word ik heftig gestoord door een enorm gekrijs vanaf de andere kant van de krater. Iemand schreeuwt: "Blijf met je poten van de Moai af, ga weg daar!". Ik schrik me rot en zie dat de Japanners aan de Moai zitten. De schreeuwende man is een parkwachter en hij nadert met zijn hond en de Japanners moeten een boete betalen. Ik loop snel verder de krater in maar dan schreeuwt hij keihard dat ik maar beter kan stoppen. Ik besluit te doen alsof mijn neus bloed en zo onschuldig mogelijk leg ik uit dat ik dacht op een pad te lopen (wat overduidelijk door paarden is gevormd). Hij ontdooid wat en wil mijn foto's zien om te controleren of ik niet aan de moai's heb gezeten. Ondertussen knuffel ik zijn pitbull die even later 'puhi' blijkt te heten wat mariuana betekent in het Rapa Nui. Dan blijkt zijn humeur om te slaan en ik krijg een gratis een twee uur durende tour door het park. 1 van de moai's behoord tot zijn clan en hij is er oh zo trots op, wat ook wel mag natuurlijk.
Iedere Rapa Nui die over 'zijn' eiland spreekt is erg trots. Staatkundig gezien hoort het bij Chili maar het eiland hoort bij de Polynesische eilanden. Daarna bezoek ik een rij van 15 Moai, erg indrukwekkend. Ook indrukwekkend is een man die alleen gekleed in een lendendoekje langs komt fietsen tot groot vermaak van de overigen toeristen. Dan besluit ik helemaal om de vulkaan heen te lopen naar de andere kant van het eiland. Al snel heb ik een trouwe volger, een lieve pup die gezellig met me mee wandeld. Er rijden hier bijna geen auto's en lifts sla ik af omdat ik wil genieten van het landschap. Aan de andere kant aangekomen besluit ik naar het dorp te liften en al snel kan ik achter op een pickup klimmen. Gelukkig ben ik de verkeerde kant opgelift en kom ik terecht op een strand. Ook niet verkeerd. Daarna brengt dezelfde familie me terug naar het dorp en ik krijg zelfs een deken om we warm te houden voor achter op de pick up en ik geniet van de prachtige uitzichten.
De volgende dag ga ik paardrijden. 7 uur lang naar het hoogste punt van het eiland. Niemand van de groep schijnt te kunnen rijden ik baal er een beetje van. Gelukkig krijg ik weer een fijn paardje (half Chileens half Arabisch) die goed luisterd. Na 5 minuten beslissen de twee gidsen dat ik alleen mag gaan met 1 van de gidsen, Cory van 20, en al snel galopperen we weg van de groep. Hij zegt dat hij een veel leukere route kent en ik vind alles best en zo komen we bij allemaal grotten met prachtige uitzichten over de zee. Ik baal als een stekker omdat de batterij van mijn camera leeg is. De rit is heel uniek en Cory verteld me weer theorieën en verhalen over het onstaan van het eiland, de verschillende clans, het verplaatsen van de Moai etc. Theoretisch zijn er verschillende manieren om uit te leggen hoe de enorme Moai verplaatst zijn maar Cory en met hem velen meer, is er van overtuigd dat zijn voorvaderen bovennatuurlijke krachten 'mana' bezaten en daarmee de beelden hebben verplaatst.
's Avonds spreek ik met de Nederlandse en nog wat mensen van haar hostal af dat we naar een Polynesische dansshow gaan. Het is een mooie en blije dans. Grote gespierde mannen met veren in het lange haar en prachtige vrouwen met lange zwarte haren die verschillende dansen uitvoeren en daarbij ook zingen in het Rapa Nui. Na de show komen we de dansers tegen en worden we achterop hun motoren meegenomen naar de plaatselijke discoteca die niet zoveel voorsteld.
Een droevig feit is dat depressiviteit en alcoholisme hoogtij vieren op het kleine eiland. De Rapa Nui krijgen allemaal een stuk land en een huis van de overheid en alles wat je nodig hebt om te overleven is te vinden op het eiland. Daardoor hebben ze het geld eigelijk niet nodig en wordt er vooral van gezopen en geblowd. Met 80% van de aanwezigen valt dan ook geen land meer te bezeilen.
Wel is het gezellig tot in de ochtenduurtjes en de volgende dag doe ik het rustig aan. Ik ontmoet een Braziliaan die me helpt met het verder plannen van mijn reis omdat hij net van de tegenovergestelde richting komt. Ook beklim ik nu de andere vulkaan met een krater waar je u tegen zeg. Hier bevindt zich ook 'birdman village'. Het oude volk organiseerde eens per jaar een wedstrijd Daarna verander ik van hostal omdat het te druk en luidruchtig wordt in de slaapzaal. Ik ga naar een b&b en de eigenaar is superinteressant en verteld ons zoveel over het eiland. Ik ontmoet heel veel leuke mensen, teveel om op te noemen en onderneem nog veel meer interessante uitstapjes. De laatste avond neemt de eigenaar ons mee naar een feest in de open lucht waar alleen Rapa Nui komen. Ze zingen daar liederen in het Rapa Nui en de taal is zo prachtig dat ik het graag zou willen leren.
Na mijn week op Paaseiland kan mijn hersenpan alle nieuwe info bijna niet aan. Het is zo'n bijzondere plek en ik ben heel blij dat ik niet in het toeristenseizoen geweest ben. Opnieuw heb ik mazzel gehad met het weer. Elke dag stralend terwijl het het regenseizoen is. Het hele eiland is één grote archeologische speeltuin wat naar mijn mening niet genoeg beschermd wordt. Ik ben heel benieuwd hoe lang de historische en archeologische schatten op dit eiland nog zullen voorbestaan.
Met pijn in mijn hart vlieg ik terug naar een regenachtig en koud Santiago. Deze keer vind ik het nog vreselijker dan de vorige keer. Na talloze blaren besluit ik goede hiking schoenen te kopen en mijn nikies weg te doen. Dit is vreselijk, maar het moet want ik heb veel te veel bij me. Ik gooi alle kapotte kleren weg, doneer mijn schoenen aan de hostaleigenaar die er gelukkig heel blij mee is en op zijn advies neem ik de bus naar La Serena. Ik kom aan met een prachtige zonsondergang en wandel met mijn rugzakken naar een straat met een paar hostals. Ik vind er eentje en ik ga cerviche eten. Cerviche is een Peruaans gerecht wat bestaat uit in citroensap gemarineerde stukjes rauwe vis of/en zeevruchten met nog wat groenten en veel koriander. Op paaseiland heb ik de beste gegeten van tonijn. In de cevicheria heb ik mazzel. De eigenaar komt bij me zitten met de landkaart van Chile en legt me uit wat ik hier allemaal kan doen. Ik krijg zelfs gratis tonijn sashimi omdat ik vertel dat ik dat lekker vind. La Serena ligt aan de kust en de volgende dag wandel ik wat rond en boek een tour naar het ruimteobservatorium 'mamalluca' om sterren en planeten te kijken. De luchten zijn hier zo helder dat vele landen hier telescopen hebben. Een interessant feitje is dat Bill Gates google space gaat beginnen en hier in de Elkie vallei de telescoop gaat neerzetten. De tour is heel interessant en we leren sterrenbeelden herkennen, planeten met het blote oog herkennen. We kunnen mars en saturnus goed zien met het blote oog. Ook het zuiden leren we herkennen aan de hand van het zuiderkruis (op het noordelijk halfrond kan dit met de kleine beer) Ook leren we de sterrenbeelden van de Inca's die niet aan de hand van de helderste sterren, maar de donkere plekken ertussen sterrenbeeldne zoals de lama, de slang etc. definiëren.
Die avond komt er een licht doorgedraaide Duitse backpacker aan in het hostal waar ik als enige verblijf. Hij is er van overtuigd dat hij het ongeluk met zich meedraagt sinds hij zijn religie in de steek heeft gelaten. Hij is erg mager omdat hij 5 kg. is afgevallen in Bolivia waar hij met dezelfde jeeptour die ik ga doen in de ijskoude woestijn heeft moeten slapen omdat de jeep was gecrashed. Ook had hij regen op Macchu Picchu en zaten alle tours vol. Is hij gewond geraakt tijdens een paardrijtocht waar hij met bloedend achterwerk in een rivier viel met paard en al en daarna een week moest herstellen en niet meer kon lopen. Zo heeft hij nog veel meer voorbeelden en gelukkig vind hij het niet erg dat ik het bijna begeef van het lachen.
De volgende dag besluiten we samen naar La Isla de la Dama te gaan waar prachtige vogels en pinguins etc. te zien schijnen te zijn. Helaas, het ongeluk slaat hier ook toe. De zee is te wild en de tour gaat niet door. Daarom gaan we naar de Elckie vallei waar we een piscobrouwerij, papaya-plantage en wat kleine pitoreske dorpjes bezoeken. Deze plek is ook erg geliefd bij mensen die in buitenaards leven geloven omdat hier UFO's gesignaleerd schijnen te zijn. Ook heeft het gebergte veel positieve energie door de hoeveelheid mineralen en pure lucht. Ik heb daar niet zoveel verstand van maar het is interessant en ik voel me inderdaad heel prettig.
's Avonds wil Ronnie naar mamalluca maar het gaat niet door want het is bewolkt. Nu is dit echt heel vreemd omdat er hier 360 dagen per jaar een onbewolkte lucht is. De volgende dag gebeurd hetzelfde en Ronnie is er van overtuigd dat het zijn ongeluk is... Dan vertrekt hij naar Valparaíso en de lucht klaart weer op en ik kan naar la Isla de la dama.
Deze tour is prachtig en we rijden door de hoogste bergpassen en uiteindelijk gaan we met 3 biologen en een frans gezin met twee loeders van kinderen naar de eilanden. Ik sta al gelijk op slechte voet met het gezin omdat ik onmiddelijk van plek verander als ze naast me gaan zitten met hun hyperactieve krijsende kinderen. We zien een school dolfijnen door het azuurblauwe water schieten en we volgen ze een tijdje in het woelige water en bewonderen de manier waarop ze door het water scheren. Het zijn tuimelaars en de eerste zoutwaterdolfijnen die ik zie in het wild.
Dan gaan we naar de eilanden die we al op afstand ruiken door de hoeveelheid guano (vogelpoep) waar de vogels hun klifnesten van maken. We zien pinguins, enorme pelikanen, korporalen met prachtig gekleurden, blauw, rood oranje poten en snavels. Boobies (zeevogels) duiken met grote snelheden als concordes het zeewater in om vis te vangen. Ook zijn er heel veel zeeleeuwen. op de rotsen dicht bij de waterrand zien we heel veel zeesterren vastgezogen. De zeeleeuwen komen met bekken vol lange slierten zeewier uit de zee en klimmen op de rotsen. We zien moeders met pups en mannetjes strijden om hun territorium. Deze eilandjes mogen we niet op gelukkig want ze zijn beschermd. Later wandelen we over la Isla de la Dama waar we genieten van de witte stranden en het prachtig gekleurde water. Ik loop met de enthousiaste jonge Duitse biologen mee en mag door hun verrekijkers vogels spotten en ze leggen me van alles uit en ik vraag me af hoe ik al deze info moet gaan verwerken. Ik voel me ontzettend bevoorrecht dat ik al dit moois mag aanschouwen.
's Avonds neem ik op aanraden van Ronnie de bus naar Antofagasta. De volgende ochtend kom ik aan en het is vreselijk. Geen hostals alleen nare hotelletjes en vieze mannetjes. Heel veel zigeuners die geld eisen en ik maak gelijk rechtsomkeerd naar de busterminal en boek voor de volgende dag een rit naar San Pedro de Altacama waar ik me nu bevind. Ik koop een fles goede Chileense wijn en vlucht naar mijn smoezelige hotelkamertje waar ik bijna een heel seizoen 'how I met your mother' kijk en ga niet meer naar buiten. Op Paaseiland mocht ik van Eveline, de Nederlandse, haar hele muziek- en filmcollectie overnemen waar ik heel blij mee ben.
De volgende ochtend vertrekt mijn bus om 7 uur en kom ik om 12 uur aan na uren turen naar prachtige woestijnlandschappen. Chili is echt prachtig en heeft zoveel te bieden qua natuurschoon.
Ik zoek een hostal en uitgehongerd koop ik snel wat advocado's, tomaten eieren en knakworstjes en flans snel wat in elkaar. Het dorpje is een grote verassing. Ik heb nog nooit zo iets gezien. De huisjes zijn van een rode klei gemaakt en overal is stof en zand. Het is heet en de zon is gruwelijk fel. De luchten zijn puur blauw en er zijn veel backpackers die of net uit Bolivia komen of er heen gaan. De nachten zijn heel koud. Omdat ik zoveel heftige verhalen heb gehoord over de jeeptocht naar Uyuni wil ik bij een betrouwbaar bedrijf boeken. Dit schijnt moeilijk, maar een oude mijnwerker legt me vanalles uit over de bedrijven en zegt dat ik bij de duurste de meeste garantie heb op goed eten en betrouwbare jeeps. Ik doe nog wat onderzoek en vandaag heb ik de duurste tour geboekt (het verschil tussen duur en goedkoop scheelt maar 20 USD en dat heb ik wel over om me het vege lijf te redden). Zeker weten doe je het nooit dus het zal me benieuwen. Wel weet ik dat er nog 3 Nederlanders in de tour zitten en wat Belgen dus dat lijkt me leuk.
Ik kom een Chinees meisje tegen we kletsen wat en 's avonds kom ik haar weer toevallig tegen en ik vertel haar dat ik een paardrijrit heb geboekt en ze wil mee. De volgende ochtend rijden we 5 uur door de woestijn over enorme hoge rode bergen, droge valleien, zandduinen waar we bijna verticaal zigzaggend naar beneden gaan. De uitzichten zijn prachtig en de adrenaline pompt door ons lijf door de duizelingwekkende afgronden en spannende afdalingen. We komen vermoeid terug en horen tijdens de lunch van wat locals van een geheim woestijnfeest wat elke woensdag op een andere locatie wordt georganiseerd omdat het in San Pedro verboden is om te dansen!
's Avonds gaan we naar een bar en de jongens die daar werken weten ondertussen de locatie waar vandaan de pickup vertrekt en zeggen dat we daar om 1 uur 's nachts moeten zijn.
We vinden het een heerlijk spannende missie en al giechelend komen we aan bij de locatie die dicht is. Dan zien we koplampen van een pickup knipperen en vraag ik of het de transfer naar het woestijnfeest is. Ja hoor we klimmen in de auto met nog 2 Chileense meisjes en daar gaan we. We rijden zo'n 20 minuten door de donkere woestijn en komen aan bij een soort huis/schuur. We zien en horen niks en vragen ons af of het wel goed is. Dan komt er een vrouw achter de schuur vandaan, klimt achter op de pickup en schreeuwt waar die heen moet rijden. Daarna komen we aan bij het feest waar twee grote vuren branden en locals gezellig biertjes en pisco sours drinken en een dansje wagen. Het vuur is nodig want het is ijskoud onder de sterrenhemel. Om half 6 is het feestje afgelopen en wandelen we voldaan terug naar waar de auto ons bracht en er zijn meer gegadigden en geen transfers. We willen echt geen uur teruglopen naar het dorp dus stappen we heel brutaal in de eerste de beste auto in die we tegenkomen. Dat vind de bestuurder wel prettig maar zijn vriendin totaal niet maar we weigeren uit te stappen en zo komen we na wat smeekbedes en leugens over medische aandoeningen veilig terug in het dorpje.
Na een korte nachtrust heb ik vandaag alle voorbereidingen genomen voor de jeeptour. Toevallig kwam ik de Duitse biologen weer tegen en hebben we nog wat reisadviezen uitgewisseld. Ik heb er ontzettend veel zin in en ga vanavond vroeg naar bed om morgen fit het avontuur aan te gaan!
-
04 Juni 2012 - 09:43
Tante Miek:
Ha Marie! Kind wat een belevenissen weer! Je hebt ook wel precies de vaardigheden geleerd die je daar nodig hebt. Zoals dat paardrijden bv. Ik ben wel ietwat jaloers op je! Wat zal de sterrenhemel overweldigend mooi zijn daar. Wij hebben een cursus astrologie gedaan een paar jaar terug en er gaat geen avond voorbij als het tenminste helder is, dat ik niet even naar boven gluur! Kun je daar Saturnus met zijn ringen echt met het blote oog zien??? Ja, en het zuidelijk halfrond zien we hier sowieso niet. Je delete maar een aantal onzinnige zaken in je hoofd, om deze ervaringen voor later op te slaan! Wat zul jij je vaak een klein mensje voelen in die ongerepte grootheid daar! De plaatjes ondersteunen je verhaal op een mooie manier. Wederom een heel hartelijke groet van tante Miek, (en een beetje van oom Jan) -
04 Juni 2012 - 15:16
Tante Gerda:
Hoi Maria,
Ik ben bijna onthutst over zoveel dingen die jij meemaakt.
Ik ben al 66 en heb van al die landen alleen iets gelezen en af en toe op tv wat gezien.
Ik geniet enorm van je verslagen, hoe kun je het allemaal onthouden?
Vorige week zag ik een jonge bunzing op de golfbaan en dat is net zoiets als voor jou Paaseiland, ha ha!
Een hartelijke groet en goede reis verder.
tante Gerda
-
07 Juni 2012 - 09:12
Maria:
Hoi tante Miek en tante Gerda!
Saturnus was te zien met het blote oog, maar om de ring te zien moesten we door een grote telescoop kijken.
Ik hoop dat de bunzing niet geraakt is door een afgedwaalde golfbal!
Groetjes,
Maria -
07 Juni 2012 - 21:47
Ruben & Timon:
Kort bericht: supergaaf!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley