Still on the move..
Blijf op de hoogte en volg Maria
09 Oktober 2012 | Panama, Panama-stad
In een cafeetje, op enkele honderden meters van de Cubaanse ambassade waar ik net een zeer onduidelijk gesprek heb gevoerd over een eventueel Cubaanse gezondheidsverzekering om Cuba binnen te komen, eet ik ceviche, overpeins ik wat ik wel en niet geschikt is om op te schrijven en besluit dan maar alles op te schrijven.
De laatste week Brazilië bestond uit het nemen van afscheid van de kinderen van de Estrela wat met veel knuffels gepaard ging en van andere nieuwe en oude vrienden die mijn verblijf weer zeer aangenaam hebben gemaakt.
Ook krijg ik de kans om naar een Bailefunky te gaan die ik door mijn onbedwingbare nieuwsgierigheid naar alle aspecten van het leven in Rio aanpak.
Toen ik op een dag aan de meisjes (leeftijd 6-12) die ik les gaf vroeg of ze Jeanine en mij samba wilden leren dansen, zette één meisje funkmuziek op en waren wij zeer geshockeerd dat onze lieve leerlingetjes opeens heftig met het achterwerk begonnen te schudden en één van de meisjes zelfs op haar rug ging liggen en allerlei provocerende bewegingen begon te maken. Één van de vaste leraressen legde uit dat veel van deze meisjes toch niet zo onschuldig zijn als ze er uit zien en dit leren op de bailes.
Bailefunks zijn berucht en beroemd in Rio de Janeiro en ik had er al veel over gehoord. Het zijn populaire feesten die vooral worden gegeven in favela's. Funk is een muzieksoort die erg populair is vooral onder de lagere klassen en waarop erg sensueel gedanst wordt zowel door mannen als vrouwen. Door de wisselende locaties, meestal diep in de favela's zijn het populaire plekken om te dealen en zijn de handelaars ook zwaarbewapend aanwezig om hun macht te laten zien en hun waren te verkopen. Door deze feiten zijn er ook vaak politie-invallen die er over het algemeen niet zachtzinnig aan toe gaan. Desalniettemin worden deze feesten fervent bezocht door de funkliefhebbers. De bailes in de gepacificeerde favela's zijn gemakkelijker te bereiken voor toeristen.
De zaterdag voor mijn vertrek uit Rio krijg ik een telefoontje van een bekende of ik mee wil naar een 'echte' baile die dezelfde avond plaats gaat vinden en ik zeg ja. Degenen die dit liever niet lezen kunnen beter twee paragrafen overslaan.
We vertrekken met de bus vanaf Lapa en rijden een uur de buitenwijken in. De favela's hier zijn niet gepacificeerd want hier komen geen toeristen met de wereldcup in 2014 of met de olympische spelen. Het zijn wijken waar de drugshandelaren de wijken onder hun gezag hebben. Waar veel kinderen zich nog aansluiten bij een bende omdat ze toch geen eerlijke toekomst hebben. We gaan eerst naar een enorme funkdiscotheek waar we met een groep van Rio's incrowd blijven tot een uur of 3. Daarna zoeken we een taxi die ons naar de baile wil brengen en dat is nog een best een issue. Uiteindelijk vinden we een taxichauffeur bereid en rijden we naar Cidade Alta waar de film 'Cidade de deus' (city of god) is opgenomen. Daar is de baile en de bas komt ons al van grote afstand tegemoet. Het lijkt of ik me in de openingsscène van de film 'Tropa de elite' bevind en een hele straat mensen danst op de keiharde funk. Meisjes van alle leeftijden in superstrakke korte jurkjes dansen letterlijk tot de grond terwijl mannen er achter staan of zich in een soort bewegende dans door de menigte manoeuvreren. Een grote wietwolk hangt over de menigte. Hier kan Amsterdam nog u tegen zeggen. Na nog maar enige minuten worden de stereotypen al bevestigd en zie ik door de rook 5 grote lopen van machinegeweren naderen die de lucht in gaan op de maat van de muziek. Wanneer ze langskomen zie dat ze worden vastgehouden door jonge jongens van ik schat 16-20 jaar. Sommige hebben een zakdoek voor hun gezicht gebonden. De mensen reageren totaal niet op hun aanwezigheid. Ze zijn er aan gewend. Ze reageren sterker op mij want ik val natuurlijk wel op door mijn Europese uiterlijk en meer bedekkende kleding. Ik word aan veel mensen voorgesteld en dan wordt er gelijk bij verteld dat ik uit 'Holanda' kom.
Bang ben ik niet want de sfeer is rustig en er is in geen velden of wegen politie te bekennen. Voor de bewoners is dit een normaal buurtfeest. We lopen door de menigte en ik zie nog een groepje jonge jongens in een kringetje met grote zilveren en zwarte handpistolen in de lucht zwaaien. Voor mij is het best onwerkelijk en ze lijken op speelgoedpistolen. Ik vind het shockerend dat er nog zoveel kleine kinderen op zijn en zich gewoon door de menigte begeven om 4 uur 's nachts. Ik vraag me af wat voor effect het op hun heeft om al zo jong met wapens en drugs en geweld geconfronteerd te worden. Waarschijnlijk zijn hun ouders ook jong en aan het feesten. We blijven totdat het licht wordt en ik hoor dat de feesten meestal door gaan tot 12 uur 's middags. Vermoeid en met een hoofd vol nieuwe indrukken pakken we de bus terug naar Lapa vanwaar ik een taxi naar huis neem en mijn nieuwe ervaringen met de verbaasde taxichauffeur deel. Als hij vraagt of ik de volgende keer weer ga zeg ik nee. Het was letterlijk een 'once in a lifetime experience'.
Dan vlieg ik naar Colombia.
Het land waar bijna niemand op vakantie wil, maar wat een prachtig vakantieparadijs is.
Het land met enorme rijkdom, maar ook enorme armoede.
Het land met een Pacifische, maar ook een Caribische kust.
Waar de mensen mij tot twee keer toe verloren geld achterna brengen en waar men kaas in chocolade dompelt als tussendoortje.
Het land waar men in sommige dorpen in het zuiden niet met geld maar met cocaïne betaald.
Het land waar Leonie voor het eerst met plezier op een paard zit en ik met wat minder plezier op een muildier plaats neem (hierover later meer).
Het land waar je letterlijk op elke straat wordt nagefloten en de politie je staande houdt om even te vertellen hoe mooi je bent.
9 September vlieg ik naar Bogotá. De vlucht is rustig en mijn vliegangst zo goed als verdwenen. Leonie komt naar Colombia en ik heb er zin in! Bogotá ligt op 2800 meter hoogte en het is een stuk kouder dan Rio. Ik neem een taxi naar het hostel waar ik Leonie die avond zal ontmoeten en onderweg ben ik erg onder de indruk van de modern ogende stad. Ik heb nog een middag tijd voordat ze komt. Ik struin rond in het oude centrum en ondanks het leger wat overal aanwezig is, is de sfeer prima en zijn de bewoners aardig en geïnteresseerd. Bogotá is omringt door bergen wat spectaculair oogt.
Het weerzien met Leo is top. In Bogotá eten we typisch Colombiaans eten, bezoeken we het witte kerkje op de Montserrat, gaan we naar het goudmuseum en uiteraard verdwalen we een paar keer in de immense stad.
Na een paar dagen reizen we naar Medellín. Om tijd te besparen pakken we een nachtbus en voordat we vertrekken worden tot onze verbazing alle passagiers gefilmd (voor onze eigen veiligheid volgens de chauffeur). Al weer zo'n prachtige stad tussen de weelderige groene bergen. Botero komt er vandaan en uiteraard gaan we naar het plein waar al zijn beelden staan tentoongesteld en gaan we gelijk maar even naar het Boteromuseum. Medellín staat bekend om de mooie vrouwen al dan niet geholpen door de dokter en dat klopt zeker. Zoals in wel meer Zuid-Amerikaanse landen bestaat de mannelijke bevolking uit een soort dwergras waar ik met kop en schouders boven uit steek. Vaak wordt er dan ook aan mij gevraagd of ik er met mijn sterke uiterlijk, wat in contrast staat met de petieterige latina's, een vechtsport of zwemcarrière op na houd wat ik eigenlijk voor de grap zou moeten beamen.
Na Medellín vertrekken we naar San Gil waar het al warmer wordt en daar rijden we paard en bezoeken we wat pittoreske koloniale stadjes waar het lijkt alsof de tijd heeft stil gestaan.
Dan reizen we door naar Santa Marta waar vandaan je de 'Ciudad Perdida' oftewel de verloren stad kunt bezoeken. Teyuna is de inheemse naam van Colombia’s “Lost City”, gebouwd door de Tayrona Indianen in de Sierra Nevada de Santa Marta. Deze Verloren Stad ligt al meer dan duizend jaar diep verborgen in de jungle en is alleen te voet te bereiken. Deze tocht wilde ik heel graag maken en gelukkig ging Leo tegen wil en dank met me mee. Tot voor kort was de Verloren Stad erg afgeschermd van de buitenwereld. Niet alleen vanwege de geïsoleerde locatie in de jungle, maar ook omdat drugsoorlogen en paramilitaire activiteiten dit gebied al jaren lang teisteren.
Met het geld waarmee we de tocht betalen, worden onder anderen 4 inheemse stammen betaald voor het doorkruisen van hun territorium. We vertrekken de dag na aankomst omdat Leonie maar 3 weken vakantie heeft en ook nog graag naar Cartagena wil. In onze groep zit nog een Nederlands stel en een Colombiaanse man. De gids is Jorge, een mager mannetje met nog maar een paar tanden in zijn mond. Eerst rijden we twee uur naar een jungledorpje vanwaar we van start zullen gaan. De eerste dag is zwaar. We moeten veel klimmen en in deze hitte en met deze hoge luchtvochtigheid is dat heel heftig. Na zo'n 10 minuten is iedereen al kletsnat van het zweet wat in dikke druppels van ons gezicht valt. De omgeving is echter prachtig. Enorme bomen met lianen prachtige groene bergen en het gefluit van tropische vogels op de achtergrond. Er zijn veel kale stukken grond op de bergen en Jorge legt uit dat daar vroeger cocaplantages waren die de Colombiaanse overheid heeft bespoten met gif uit helikopters. Helaas is daarmee ook veel van de flora en fauna kapot gegaan. We waden door rivieren en watervalletjes en klauteren over enorme rotspartijen. Wanneer we kamp 1 naderen, begint het opeens keihard te hozen. Voordat we het weten is het pad veranderd in een rode modderige stroomversnelling en hebben we de grootste moeite om op onze benen te blijven staan. Al glijdend en vallend komen we aan bij kamp 1.
Die avond slapen we in hangmatten met klamboe's er boven terwijl de regen keihard neer klettert op het dak. Bijna niemand doet een oog dicht door angst voor insecten of een oncomfortabele houding in de hangmat . De volgende dagen vertrekken we 's ochtends vroeg naar de volgende kampen om de enorme regenbuien die 's middags standaard neervallen voor te zijn. Bij de kampen kunnen we in de rivier zwemmen en onze kleren wassen. Droog worden ze nooit, maar we zijn toch allemaal standaard nat van het zweet dus het maakt niet uit. We trekken steeds dieper de jungle in. Soms stroomt de rivier zo hard dat we ons stevig vast moeten houden aan een touw om aan de overkant te komen. Dan gaan de schoenen weer uit en aan de overkant weer aan. Bijna nooit is 'pad' recht meestal is het stijgen of dalen. Iedereen krijgt af en toe een breekpunt omdat de tocht zo heftig is.
We drinken liters water om niet uit te drogen en gelukkig zijn er veel punten waar we onze flessen kunnen vullen in waterbronnen met drinkbaar water. Onderweg komen we steeds meer inheemsen tegen die zijn gekleed in een soort witte gewaden met regenlaarzen er onder. Ze hebben allemaal lange zwarte haren waarin een pony is geknipt. Sommigen begroeten ons en door sommigen worden we genegeerd. De kinderen lijken allemaal op kleine hiawatha's en bedelen om snoepjes. De vrouwen hebben mooie gekleurde kralen om hun nek en tegen betaling mag je met ze op de foto. De mannen kauwen allemaal op cocabladeren. In twee kampen eten ze het eten op wat wij over hebben. De kampen worden bevoorraad met eten door muilezels, de enige dieren die op de stijle rotsen en glibberige ondergrond kunnen lopen. In kamp drie, het laatste kamp voor de stad, heeft het leger ook een kamp opgeslagen en waakt de hele nacht. De volgende dag lopen ze achter ons aan naar de verloren stad. Het is een heftig tochtje over een touwbrug, glibberige rotsen, door watervallen en de snelstromende rivier. Uiteindelijk is daar dan de trap naar de verloren stad. 1260 kleine glibberige met mos bedekte traptredes omhoog voordat we uitgeput boven staan. We zien allemaal groene ronde plateau's waar eens hutten op stonden en een sjamaan zieken genas en waar vele rituelen werden uitgevoerd. Het is gigantisch maar veel plateau's zijn nog bedekt door de jungle. Ik vind het er mystiek uit zien zo hoog in de jungle met prachtige uitzichten over de vruchtbare groene bergen. Er is in totaal maar 10 procent bloot gelegd. Het leger heeft zich gestationeerd op de plek waar de sjamaan eens woonden. Ze beschermen bezoekers en de stad zelf tegen grafrovers. Er wil een soldaat met me op de foto en later hoor ik van de Jorge dat ze bij hem hebben geïnformeerd of ik soms een vechtsporter ben.
Het volk wat hier eens woonde was rijk en begroeven de doden met veel goud. Een groepje antropologen is aan het werk en Jorge geeft uitleg over de stad. Daarna lopen we zo'n 2 uur door de stad en drinken we water uit een bron wat volgens de gids de bron van de eeuwige jeugd is en ook nog eens al je ziektes geneest. Ik vond twee uur persoonlijk niet lang genoeg om op deze bijzondere plek te verblijven gezien het feit dat we drie dagen hebben gezwoegd om er te komen.
Diezelfde dag lopen we helemaal terug naar kamp 2. Ondertussen zitten mijn benen helemaal onder de muggenbeten en schaven en mijn voeten onder de blaren. Op een gegeven moment brokkelt de grond af van de richel waarop ik loop en blijf ik gelukkig met één been op het pad hangen en sleurt Jorge me bij kop en kont weer op twee benen. De laatste dag moeten we helemaal terug naar het beginpunt lopen dus twee keer zoveel als dag 1.
Iedereen is vermoeid maar we hebben geen keuze we moeten door. Door de pijn aan mijn voeten loop ik erg moeilijk en vervloek ik de dure bergschoenen die ik heb geruild voor m'n nikies en waarmee ik altijd blaren en wondjes krijg. Eén uur voor de finish ga ik zitten en zegt Jorge dat er een muildier achter ons loopt die me wel naar het dorp kan brengen. Met mijn laatste krachten klim op het dier en doet Jorge mijn schoenen uit. Helaas is het geen relaxed ritje want het dier moet ongeveer verticaal van de rotsen, richels en stijle afdalingen af waardoor ik me stevig vast moet houden. Daarnaast vind ik het ook wel genant dat ik moet afgevoerd worden op een muildier, maar later kan ik er met de groep smakelijk om lachen en zo eindigt dit prachtige jungle-avontuur.
De dag later nemen we de bus naar Cartagena die langs de Caribische kust rijdt en strijken we neer in een gezellig hostel aan een pittoresk pleintje. Cartagena is beeldschoon met al de gekleurde koloniale huizen met balkons waar weelderige bloemen overheen groeien. De bevolking is donker en het leven lijkt hier weer compleet anders. Zo heb ik me Havana altijd voorgesteld en Leonie stelt zich scènes uit het boek 'eiland onder de zee' van Isabel Allende voor. Het is er wel ontzettend heet dus wij gaan naar het strand waar we pina coladas drinken en onze vermoeide lijven tegen wil en dank laten masseren door vrouwtjes die alleen maar even een gratis demonstratie zouden geven. Ook gaan we nog gezellig een avondje uit en de hosteleigenaar maakt hoogstpersoonlijk cocktails voor ons bij hem thuis.
De dag voor Leo's vertrek ontmoeten we een jongen in het hostel, die op een zeilboot werkt die tussen Panama en Cartagena vaart. Er zijn nog plaatsen over en die komt hij verkopen. Het zal een 5-daagse reis worden waarbij we twee dagen voor anker gaan bij de San Blas-eilanden. Ik weet niks van Panama, maar impulsief zeg ik ja. Ik wilde eigenlijk de bultrugwalvissentrek zien langs de Pacifische kust van Colombia, maar daar zijn ook wel walvissen
De volgende dag nemen Leo en ik na een heerlijk ontbijt afscheid van elkander en ruil ik al mijn peso's voor dollars en bereid me voor op de boottocht.
Ik laat me door een taxi afzetten bij de haven en ontmoet mijn medereizigers. Twee Duitse meisjes, een Australisch koppel, een Turkse man, Kyle de kok, John de Nieuw Zeelandse kapitein en een vrouw uit Zuid Afrika die de kneepjes van het vak aan het leren is.
Met de zodiac worden we naar de boot gebracht die buiten de haven ligt geankerd. Onze schoenen moeten we inleveren want de volgende 5 dagen zullen we blootsvoets door het leven gaan. Dit bevalt mij goed aangezien ik ongelukkig ben gevallen in Cartagena en een nare wond op mijn voet heb opgelopen. De zee is erg rustig en we zullen twee dagen varen voordat we bij de San Blas eilanden voor de kust van Panama zijn. De volgende ochtend worden we gewekt door de kapitein, er zwemt een grote groep grienden om de boot. Het zijn er zeker 50 en we kijken onze ogen uit. We varen zo'n 20 minuten langzaam met ze mee voordat we verder gaan in een andere richting.
Op de boot kaarten we, lezen we en eten we. 's Nachts slaap ik heerlijk met het deinen van de boot. Die nacht hoor ik dat het anker wordt uitgegooid en als ik uit een patrijspoort kijk zie ik in het licht van de vollemaan prachtige kleine eilandjes begroeit met palmbomen. Als de zon is opgekomen zien we de azuurblauwe zee en bounty-eilandjes en iedereen zwemt gelijk naar het eiland waar we dichtbij liggen. We lopen het eiland op wat bestaat uit prachtig wit zand en palmbomen en lopen een rondje. Dan zien we een vrouw, met haar armen en benen vol met gekleurde kraaltjes en een zwarte streep op haar neusbrug, naar ons wenken. Het is een inheemse van de Kunastam. Ze breng mij en Djengis (de Turk) naar een hutje gemaakt van palmbomen waar een koortsige jongen in een hangmat ligt. Ze vraagt of we dokters zijn en wijst naar zijn voet. De voet is erg dik en vieze etterende wonden zitten vliegen. Ik probeer haar uit te leggen dat de jongen zo snel mogelijk naar het ziekenhuis moet worden gebracht en antibiotica nodig heeft. Ze verstaat me moeilijk en breng me naar het stamhoofd aan wie ik het nog een keer uitleg. Hij zegt dat de jongen vandaag nog naar het ziekenhuis wordt gebracht en dat ze niet eerder konden gaan omdat ze geen benzine hadden voor de enige motorboot die ze bezitten.
Na de lunch gaan we onder leiding van kapitein John snorkelen omdat hij weet waar de mooiste koraalriffen liggen. Ik vraag voor alle zekerheid of er haaien zijn maar er wordt mij verzekerd dat die meer aan de andere kant zitten. De koraalriffen zijn prachtig en felgekleurde vissen zwemmen langs ons heen. Dan wijst John naar iets in de verte en tot mijn grote schrik zie ik een haaiachtig iets naderen. Terwijl mijn hartslag ongeveer 200 slagen per minuut maakt, blijft iedereen relaxed en zwemt de 'nurseshark' rustig onder ons door. John pakt voor de gein mijn voet en ik krijg bijna een rolberoerte en slik een grote slok zeewater in van schrik. Later zegt John dat het geen gevaarlijke haai is en snorkelen we rustig verder. De rest van de dagen snorkelen we heel veel en varen we met de zodiac van eilandje naar eilandje om verschillende riffen te zien. John koopt enorme kreeften en krabben van de Kuna's en die avond eet iedereen zoveel kreeft en krab alstie op kan. De nachten zijn helder en de sterrenhemel is prachtig. Dan vertrekken we naar de Panamese immigratie (op een eilandje) wat een dag en een nacht varen is. We stoppen nog één keer om te duiken bij een scheepswrak. Tijdens het snorkelen word ik achtervolgt door een irritant gekleurd visje die het heeft voorzien op de wond aan mijn voet en wat er telkens in bijt. Het Australische stel zegt dat die vissen normaalgesproken haaien schoonmaken en het dus gewoon zijn werk doet.
Helaas word het weer slecht en de zee ruig. Uiteindelijk resulteert het er in dat iedereen de hele dag gedrogeerd door de zeeziektepillen knock out op z'n bed ligt. Ik moet zeggen dat ik het een heerlijk tripje vond en voordat ik het vliegtuig instap ga ik tegenwoordig zeeziektepillen slikken, echt een aanrader! Het laatste uur voor de immigratie zwemt er een groep van 7 dolfijnen met de boot mee. Het zijn zulke leuke beesten die alle kanten op draaien om ons te kunnen bekijken en zo eindigt onze trip met weer een hoogtepunt.
In Portobelo aangekomen worden we na een hartelijk afscheid met de zodiac naar de kust gebracht en pakken we de bus naar Panama city. Djengis (al anderhalf jaar aan het reizen) en ik reizen allebei alleen en besluiten een tijdje samen door te reizen. We bezoeken het beroemde Panamakanaal waar ik me eigenlijk nooit echt in had verdiept, maar waar ik zeer van onder de indruk ben. We gaan kijken bij het Miraflores lock waar water wordt weggepompt in enorme sluizen om de schepen op zeeniveau te krijgen. We zien hoe enorme vrachtschepen die net in het kanaal passen door het kanaal worden geleid en we zwaaien naar de matrozen die vanaf hun enorme vrachtschepen foto's van ons maken en terugwuiven.
Panama City heeft een prachtige skyline en ziet er modern uit. Er wonen veel Amerikanen die met pensioen zijn en hier meer waard voor hun dollars krijgen. Het is hier tropisch heet, maar zodra je een cafeetje instap heb je het door de AC binnen twee minuten ijskoud. Omdat het regentijd is valt de regen vaak met bakken uit de hemel. We besluiten hier niet lang te blijven. Centraal Amerika trekt mij niet zo. Ik wil meer cultuur. We zoeken naar andere opties en al lange tijd droom ik over Cuba. Nu rest ons alleen nog het regelen van een toeristenvisum, een geldige gezondheidsverzekering en een nieuw avontuur kan beginnen!
-
09 Oktober 2012 - 07:55
Tante Miek:
tJa, hoe moet ik op zo'n reisverslag reageren? Het zou net zo lang worden als jouw verhaal, Maria! Zoveel vragen............. Er moet wel een beschermengel met je meereizen, die je gezond en fit houdt. Wanneer je weer op vaderlandse bodem bent, geef je toch wel een keer een avond voor je oude tantes (en ooms) om nog meer te vertellen hé? Wat mij hevig zou interesseren wat voor soort godsdiensten je daar tegen kom.
Wanneer reis je eigenlijk weer huiswaarts?
Dank voor je mooie reisverslag, tante Miek. -
09 Oktober 2012 - 13:41
Tante Gerda:
Maria wat een prachtig geschreven reisverslag. Al die belevenissen van jou gaan we nog wel een keer mondeling horen hè?
Wij genieten hier van een mooie herfstdag. Ik ben nu al benieuwd wat Cuba weer voor avonturen voor jou in petto heeft.
Ik heb een documentaire op dvd van de cubaanse band: Buena Vista Social Club. Heel bijzonder en zo'n vrolijke muziek. Het zijn de echte cubanen (van de straat geplukt) en dat is uiteindelijk een groep muzikanten geworden die samen zijn gaan spelen. Ze zijn nu al heel oud en er zijn er ook al wat overleden.
Een hartelijk groet uit een rustig Laag Soeren, tante Gerda
p.s. je gaat toch wel een "uiltje knappen" in Cuba hè? -
09 Oktober 2012 - 13:41
Tante Gerda:
Maria wat een prachtig geschreven reisverslag. Al die belevenissen van jou gaan we nog wel een keer mondeling horen hè?
Wij genieten hier van een mooie herfstdag. Ik ben nu al benieuwd wat Cuba weer voor avonturen voor jou in petto heeft.
Ik heb een documentaire op dvd van de cubaanse band: Buena Vista Social Club. Heel bijzonder en zo'n vrolijke muziek. Het zijn de echte cubanen (van de straat geplukt) en dat is uiteindelijk een groep muzikanten geworden die samen zijn gaan spelen. Ze zijn nu al heel oud en er zijn er ook al wat overleden.
Een hartelijk groet uit een rustig Laag Soeren, tante Gerda
p.s. je gaat toch wel een "uiltje knappen" in Cuba hè? -
09 Oktober 2012 - 13:41
Tante Gerda:
Maria wat een prachtig geschreven reisverslag. Al die belevenissen van jou gaan we nog wel een keer mondeling horen hè?
Wij genieten hier van een mooie herfstdag. Ik ben nu al benieuwd wat Cuba weer voor avonturen voor jou in petto heeft.
Ik heb een documentaire op dvd van de cubaanse band: Buena Vista Social Club. Heel bijzonder en zo'n vrolijke muziek. Het zijn de echte cubanen (van de straat geplukt) en dat is uiteindelijk een groep muzikanten geworden die samen zijn gaan spelen. Ze zijn nu al heel oud en er zijn er ook al wat overleden.
Een hartelijk groet uit een rustig Laag Soeren, tante Gerda
p.s. je gaat toch wel een "uiltje knappen" in Cuba hè? -
09 Oktober 2012 - 13:41
Tante Gerda:
Maria wat een prachtig geschreven reisverslag. Al die belevenissen van jou gaan we nog wel een keer mondeling horen hè?
Wij genieten hier van een mooie herfstdag. Ik ben nu al benieuwd wat Cuba weer voor avonturen voor jou in petto heeft.
Ik heb een documentaire op dvd van de cubaanse band: Buena Vista Social Club. Heel bijzonder en zo'n vrolijke muziek. Het zijn de echte cubanen (van de straat geplukt) en dat is uiteindelijk een groep muzikanten geworden die samen zijn gaan spelen. Ze zijn nu al heel oud en er zijn er ook al wat overleden.
Een hartelijk groet uit een rustig Laag Soeren, tante Gerda
p.s. je gaat toch wel een "uiltje knappen" in Cuba hè? -
09 Oktober 2012 - 18:00
Tante Marian:
Lieve Maria,
Wat een belevenissen. Ik sluit me bij je andere tantes aan en we zien uit naar een presentatie-avondje, misschien wel aan de Albert Cuip... Heel bijzonder dat je die zieke jongen in zijn hutje ontmoette. Misschien heb je zijn leven wel gered, met je advies. Zorg ook goed voor jezelf en geef ook in Cuba je ogen weer goed de kost. We lezen graag verder, elk slotstuk van jou is weer een cliffhanger...
Groetjes van ons allemaal, tante Marian.
PS. Je moet niet al te lang meer wegblijven, want je moet nodig kennismaken met je nieuwe familieleden; ook in Hedel staat de tijd niet stil:-)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley